afstoten

{{afstoten}}{{/term}}

I 〈overgankelijk werkwoord〉

1 [door stoten verwijderen] knock off ⇒ break off

2 [van de hand doen] dispose of ⇒ reject 〈verwerpen〉, hive off 〈bedrijfstakken〉

3 [biologie] reject

♦voorbeelden:

1   het hert stootte zijn gewei af • the deer shed its antlers

2   arbeidsplaatsen afstoten • cut jobs

     de poes stootte haar jong af • the cat rejected her young

     taken afstoten • give up duties

II 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉

1 [onaangenaam aandoen] repel

2 [natuurkunde] repel

♦voorbeelden:

1   zo'n onvriendelijke bejegening stoot af • such unfriendly treatment is off-putting

III 〈onovergankelijk werkwoord〉

1 [afketsen] ricochet ⇒ bounce off

2 [in een andere richting stoten] thrust out ⇒ lunge out